Het interview

Daan de Kort, VVD-Kamerlid

We kijken te weinig naar de geschiktheid van mensen

Laat je niet beperken door een beperking. Dat is hét motto van Tweede Kamerlid Daan de Kort (VVD), zelf ervaringsdeskundige. Zijn pleidooi is niet alleen gericht aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking, maar evengoed aan werkgevers en overheden. De gedreven politicus pleit voor focus op talenten én sterkere publieke-private samenwerking.

Hoe belemmerend is de focus op beperkingen?

“Iedereen heeft talenten en iedereen heeft beperkingen, ook al zijn die misschien niet officieel vastgesteld. Zo kunnen veel IT-specialisten wel eens een vorm van autisme hebben. Maar in Nederland kijken we vooral naar beperkingen en de ongeschiktheid van mensen, terwijl we veel beter de geschiktheid en talenten van mensen als uitgangspunt kunnen nemen. Ik weet zeker dat er dan veel meer mensen aan de slag kunnen. Hun talenten zijn ook hard nodig. En werk maakt henzelf niet alleen onafhankelijk van een uitkering, maar het is ook enorm waardevol voor het sociaal netwerk, levensgeluk en de persoonlijke ontwikkeling van mensen.”

Waar komt uw bevlogenheid op dit gebied vandaan?

“In 2008 zag ik door een aandoening plotseling nog maar voor vier procent. Door deze visuele beperking zie ik nog steeds alleen de contouren van mijn directe omgeving. Destijds wilden ineens allerlei instanties bepalen hoe ik mijn leven toen moest inrichten. Ik vind dat iemand daar vooral zelf over moet kunnen beslissen en wilde mij niet laten beperken. Als Kamerlid met de portefeuille SZW wil ik nu samen met anderen zorgen dat iedereen zijn talenten kan inzetten en ontwikkelen.”

“Een talentindicator geeft beter zicht op talenten en die moeten gedeeld kunnen worden met werkgevers.”

Wie zijn aan zet om meer kansen te benutten vanuit geschiktheid?

“Mensen met een beperking moeten zichzelf niet laten beperken. Als iemand daarbij hulp nodig heeft, zijn daarvoor allerlei instrumenten beschikbaar. Tegelijkertijd moeten werkgevers niet blijven zoeken naar het ‘schaap met de vijf poten’ voor hun eigen functieprofiel. Kijk ook eens wat verder hoe de beschikbare talenten wél te benutten zijn. Durf dit als kans te zien om meer kandidaten te vinden. Die blijken vaak ook nog eens heel loyaal. Gemeenten en UWV moeten met dezelfde focus werkzoekenden en werkgevers faciliteren om samen meer kansen te creëren.”

Wat is hiervoor nodig?

“Allereerst goed zicht op de talenten van kandidaten. Dat ontbreekt nog vaak of is incompleet. In de Tweede Kamer heb ik daarom gepleit voor een talentindicator waarmee gemeenten en UWV beter zicht krijgen op talenten. Die inzichten moeten ook gedeeld kunnen worden met werkgevers. Daarnaast zijn er al veel instrumenten beschikbaar, zoals jobcoaches en loonkostensubsidie, maar sommige voorzieningen kunnen wat ruimer om de stap naar werk veiliger te maken voor werkzoekende en werkgever.”

“Overheidsinstellingen moeten zelf het goede voorbeeld geven en werkgevers en werkzoekenden faciliteren om meer kansen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking.”

Waar denkt u dan aan?

“Ik pleit voor een uitgebreidere no-riskpolis voor werkgevers die kansen willen bieden aan mensen met een ziekte of arbeidsbeperking. Werkgevers hebben nu vaak nog koudwatervrees, terwijl dat niet nodig is. Voor mensen met een uitkering is het goed als zij uit de sociale zekerheid komen en de regie op hun eigen leven pakken. Die stap wordt voor hen veiliger als zij ook kunnen terugvallen in de uitkering als het toch niet zou lukken. Alleen dat idee helpt al. Daarnaast gaat talenten ontwikkelen beter als er meer ruimte komt om wat bij te verdienen naast een uitkering. De stap naar werk moet ook echt lonen.”

Ziet u in de praktijk al verbeteringen voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking?

“Ik zie al wel verschuivingen optreden. De krapte op de arbeidsmarkt helpt daarbij, maar dat is niet genoeg. Meer werkgevers kunnen hier werk van maken. Nu zijn het vaak werkgevers die dit doen vanuit persoonlijke betrokkenheid. Het moet meer gemeengoed worden. Jongere generaties waarderen die maatschappelijke impact ook steeds meer. Ook dat gaat werkgevers beïnvloeden. Bij de Banenafspraak valt me op dat marktpartijen het wel beter doen dan overheden. Hoe kan dat? Overheidsinstellingen zouden juist het goede voorbeeld moeten geven.”

Welke oproep zou u aan werkgevers en overheden willen doen?

“Werkgevers, durf dapper te zijn en probeer meer kansen te creëren, ook vanuit je eigen doelstellingen. Overheidsinstellingen geef zelf het goede voorbeeld en creëer voor werkgevers en werkzoekenden veilige voorwaarden om meer matches mogelijk te maken tussen organisaties en de beschikbare talenten die er nog zijn. Zoek daarbij ook vooral de samenwerking. Publiek-private samenwerking is noodzakelijk om deze groep werkzoekenden het juiste persoonlijke duwtje in de rug te geven. Dat is winst voor iedereen.”